top of page

Pediatrische Revalidatie

pediatrische revalidatie.png

Pediatrische revalidatie:

 

Wanneer we spreken over de motorische ontwikkeling van het jonge kind wil dat zeggen dat je kindje leert rollen, zitten, kruipen en stappen. Ideaal gezien gebeurt dat in deze volgorde en lukt dit binnen de eerste 18 maanden.
Omwille van verschillende redenen kan deze motorische ontwikkeling verstoord geraken. 
In dit geval wordt er voor een minimale motorische stimulatie gezorgd, waardoor je kind weer mooi kan aanpikken met de leeftijdsgenootjes.

 

Soms is er echter een dieperliggende oorzaak waarvan we weten dat die voor eventuele ontwikkelingsproblemen kan zorgen. Dan is er motorische stimulatie nodig om deze beperkingen zo klein mogelijk te maken. Hierin speelt de pediatrische kinesitherapie een cruciale rol. De therapeute volgt de motorische ontwikkeling nauwgezet op en stimuleert het kind waar nodig. Zij adviseert de omgeving om een optimaal milieu te creëren waarin het kind zich kan  ontwikkelen. De therapie van ieder kind is uniek en aangepast aan de individuele noden en behoeften.
 

Bij de vroeg begeleiding van het kind (0-2 jaar) kan je de motorische ontwikkelingsproblemen in grote lijnen onderverdelen in volgende groepen:
 

  •     Het asymmetrische kind 

  •      Kindje met bijzondere voortbewegingsvormen

  •      Kinderen met mentale achterstand    

  •      Te slappe kindjes     

  •      Prematuur geboren kindjes   

  •      Centraal neurologische aandoeningen (CP)

  •      Plexus-brachialis letsel     

  •      Open ruggetje (Spina bifida)

  •      Orthopedische problemen   


Motorische ontwikkelingsproblemen kunnen we onderverdelen in:
 

  1.     neurologische aandoeningen

  2. ​     Neuromotorische aandoeningen

  3.      Spieraandoeningen

  4.      Orthopedische aandoeningen

  5.      Reumatoïde aandoeningen

    
Therapie:


Bij de pediatrische revalidatie hebben we altijd als basis doelstelling de normale motorische ontwikkeling en het normaal motorisch bewegen te stimuleren en op te volgen. Het kwalitatief zoveel mogelijk benaderen van een normaal bewegingspatroon leidt tot een goede basis om de volgende mijlpalen te bereiken.

bottom of page